11 januari, 2021

Waarnemen en denken

In de jaren negentig viel me op dat filosofische verhandelingen niet om door te komen zijn. Het sprak niet tot mijn verbeelding. Er ging geen enkele prikkel vanuit. De inhoud lijkt in zichzelf verstrikt geraakt en wereldvreemd. Volgens de gangbare filosofie leef ik in een schijnwereld. Een subjectieve wereld die ontstaat puur door het moment van waarneming en de perceptie van het individu. De wereld is er niet meer wanneer het individu ophoudt met waarnemen. Simpel gezegd komt het erop neer dat ieder mens gevangen zit in zijn eigen subjectieve wereld. Toch kan ik me heel goed voorstellen dat de zon uitbundig zal schijnen wanneer ik er niet meer ben.

In de filosofie mis ik een doorbraak. Soms denk ik dat een flinke portie wiskunde filosofen goed zou doen. Wiskundigen zijn sneller bereid een volgende dimensie te postuleren. Anderzijds zijn wiskundigen streng in de voorwaarden. Filosofische publicaties draaien te veel in een klein kringetje rond. Men bijt zichzelf in de staart.
Ik veerde op toen ik voor de eerste keer het boek Filosofie van de vrijheid las. En ja, als ik het gevoel krijg iets op het spoor te zijn, dan zoek ik verder.

En intussen verifieer ik graag of het klopt wat ik begrijp? Zodoende stuitte ik op Waarnemen en denken. Een boek dat voorafging aan de Filosofie van de Vrijheid.
Beide boeken, Filosofie van de Vrijheid en Waarnemen en denken, werden door Rudolf Steiner geschreven. Keer op keer prikkelen de boeken mijn geest. Bovendien was er herkenning: ja logisch, zo zit het! Want toen ik voor het eerst door een microscoop keek, werd ik niet veel wijzer. Het voelde als een teleurstelling. Uit hetgeen ik waarnam kwam zomaar geen kennis tevoorschijn. Hetzelfde gold voor wiskunde. Door het waarnemen van een bladzijde formules ontstond geen begrip. Uit het hoofd leren kan handig zijn en als kapstok dienen. Maar begrip verwerf je pas nadat je door het omhulsel van de stof dringt. Het gaat erom dat je doordringt tot de redenering achter de formules. En dat kan alleen met behulp van het denken. De duidelijke manier waarop Steiner zijn inzichten aan de orde stelt inspireert. Naast de discipline die zijn onderzoek uitstraalt, is het de logica die bevredigt. En soms neem ik de tijd, leg ik de boeken weg, om wijzer te worden.

Samengevat: sinds het einde van de negentiende eeuw is er in het filosofische domein een doorbraak voorhanden. Steiner postuleerde het gebied van de geest. De verantwoording over zijn publicaties zijn transparant. Ik vraag me af waarom filosofen niet aanhaakten? Kennisnemen van de Filosofie van de Vrijheid verrijkt het innerlijk van de mens. Omdat het ons tot in de kern raakt. (Zie ook het essay Bewustzijn en Religie, 6; laatste alinea).

Geen opmerkingen:

Veel gelezen: