05 februari, 2023

Complottheorie versus wetenschap

Wanneer ik op Radio 1 naar het programma Spraakmakers luister, merk ik op dat de media (journalistiek) zich steeds meer opwerpen mensen die gevoelig zijn voor complottheorieën te informeren. Zij willen deze mensen op basis van wetenschappelijk verworven kennis laten inzien dat complottheorieën niet op feiten berusten. Wellicht een nobel streven, maar ik denk dat de Spraakmakers hiermee de plank misslaan. Zij presenteren de wetenschappelijke kennis als absolute waarheid en negeren de  beweegredenen van de complotgevoelige mens. Er wordt voorbij gegaan aan de oorzaak van de argwaan tegen de maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland. De Spraakmakers verkondigen met iets te veel overtuiging hun ware leer: de waarheid volgens de wetenschap. Want wat is die waarheid feitelijk?

Nu eerst licht ik toe wat de ‘waarheid volgens de wetenschap’ inhoudt. Een duidelijk voorbeeld hiervan vond de mens in de anorganische natuur, namelijk de wetten van Newton. Deze wetten beschrijven hoe een lichaam (object) onder invloed van kracht(en) in beweging kan komen en, of van richting kan veranderen. Ook wordt erin beschreven dat objecten afhankelijk van hun massa wederzijds een kracht op elkaar uitoefenen, die naar proportie de beweging van beide beïnvloedt. Deze wet postuleert de gravitatiekracht (is zwaartekracht). En zo zijn er op allerlei gebieden vele voorbeelden te vinden waar de wetenschap ons in praktische zin veel meer inzicht heeft gegeven in de wereld waarin wij leven en de mogelijkheden die daarin besloten liggen. De wetten van Newton maakten het immers mogelijk naar de maan te reizen en erop te landen. En ook al hadden mensen duizend jaar geleden nog geen enkel begrip van deze natuurkundige wetten is het aannemelijk dat het principe toen evengoed geldig was, en dat deze wetten over duizend jaar de banen die planeten beschrijven nog steeds verklaren. Toch bleek een paar eeuwen later dat de werkelijkheid complexer is dan de klassieke mechanica volgens Newton. Maar ook de relativiteitsleer noch de kleine deeltjesfysica geeft uitsluitsel over een universele ordening van de wereld waarin wij leven. Wanneer deze anorganische natuur (voornamelijk gebaseerd op de logica van oorzaak en gevolg) zich in essentie niet laat beschrijven door één alles omvattende theorie, hoe complex zal het dan niet zijn een theorie te ontwikkelen die de organische, dat is de levende natuur beschrijft? Want na bijvoorbeeld de teloorgang van het tijdperk waarin de Dinosauriërs leefden, was het op dat moment, gegeven de omstandigheden, volstrekt onmogelijk om te voorspellen, dat erover circa 80 miljoen jaar mensen op aarde rond zouden lopen. Wij met ons bewustzijn zijn simpel gezegd één groot wandelend wonder. In dit licht is het uitgesloten dat wetenschappen die de organische natuur onderzoeken wetten vinden die tijdloos zijn. De economische wetenschap bijvoorbeeld wordt uitsluitend bepaald door menselijk handelen. Als je binnen deze (alfa) wetenschappen tijdloze wetten (die altijd geldig blijven) zou kunnen postuleren, dan zou je daarmee de toekomst kunnen voorspellen, maar evengoed de ontwikkelingen in het verleden kunnen verklaren. Maar in zekere zin geldt dit ook voor de bèta wetenschappen. Want alle theorieën blijken telkens weer een benadering te zijn; keer op keer toont nader onderzoek aan dat de werkelijkheid complexer is.

Misschien zouden de Spraakmakers zich beter kunnen verdiepen in de beweegredenen van complotgevoelige mensen. Wat zijn de oorzaken van hun twijfels? Wanneer ik denkend bij mezelf te rade ga, ervaar ik zelf ook twijfels over de grondslag waarop de laatste decennia Nederlandse regeringspartijen het beleid bepalen. Het akkoord dat regeringspartijen overeenkomen bestaat uit compromissen. Alleen al daarom kan er onder een regeerakkoord geen wetenschappelijk fundament aangewezen worden. Het zijn individuen die compromissen sluiten en een regeerakkoord smeden. Vanuit dat oogpunt berust elk regeerakkoord op individuele en momentane keuzes aan de onderhandelingstafel. Feitelijk zijn het de onderliggende, individuele drijfveren en motieven van de verschillende deelnemers die de uitkomst van een regeerakkoord bepalen. Vervolgens is het dan de vraag in hoeverre de burger het akkoord onderschrijft en zich ermee wil, of kan verbinden. Een grote groep burgers is inmiddels afgehaakt. Belangrijk is daarom te onderzoeken welke drijfveren en motieven de onderhandelaars hadden op het moment dat zij een regeerakkoord smeedden?

De secularisatie van de laatste dertig jaar zorgde ervoor dat bescheidenheid naar de achtergrond verdween en dat geld verdienen – vooral het streven naar onbegrensde rijkdom - een primair doel werd. Vooral partijen zonder een levensbeschouwelijke of ideologische achtergrond besloten deze ontwikkelingen (bijna) onvoorwaardelijk te faciliteren. Een kleine meerderheid van de bevolking greep hun kans. Zij voelen zich prima thuis op dit competitieve speelveld. Het overige deel van de bevolking heeft deze ambitie niet, of streeft het in mindere mate na. Een gevolg was dat politici en economen de maatschappij als één grote markt gingen beschouwen. De zogenoemde vrije marktwerking werd het sleutelwoord waar iedereen het voordeligst uit is en waar alles verhandeld kan worden. Er werd nog wel wat over het milieu gepraat en over een sociaal vangnet, maar goed en veel geld verdienen, de VOC-mentaliteit werd hoog in het vaandel gehesen. Ook politiek bedrijven werd een verdienmodel: politici gingen kantoorhouden. Een gevolg is dat de BV Nederland langzamerhand ondermijnd wordt door hebzucht. De cohesie binnen de maatschappij verdwijnt, iedereen is druk met zijn eigen zaken; grof geld verdienen met misdaad is hiervan het ultieme voorbeeld. Verder zijn de laatste twintig jaar alle nutsvoorzieningen (zoals, gas, licht, zorg en (sociale) woningbouw) overgedragen aan de vrije markt. De nutsvoorzieningen gaven de groep minder ambitieuze Nederlanders rugdekking. Maar ook het asielbeleid en de toestroom van arbeidsmigranten werd veronachtzaamd. Deze ontwikkelingen roepen een gevoel van onbehagen op, en leiden tenslotte tot wanorde, verval en onrust. Keer op keer ziet de groep minder ambitieuze mensen dat zij het nakijken hebben. Het wordt bijvoorbeeld steeds moeilijker om met één volledige baan fatsoenlijk rond te komen. Terwijl aandeelhouders al het verdiende geld opslurpen. Aandeelhouders manifesteren zich steeds openlijker als profiteurs, enige zelfreflectie is ver te zoeken; en juist een eigenschap als zelfreflectie is bij alle deelnemers van een open en vrije maatschappij van levensbelang.

De meeste mensen varen vooral op het gevoel; let wel, deze gevoelens zijn over het algemeen geen onderbuikgevoelens. Voor deze mensen is het gevoel een manier zich in te leven. Zij nemen de teloorgang van de sociale pijlers onder onze maatschappij waar. Als vanzelfsprekend proberen zij door het denken de waarneming van deze teloorgang in een kader te plaatsen. Helaas wordt de grens tussen denken (zuiver denken vraagt naast onderzoek ook om geduld) en fantaseren vaak niet door iedereen duidelijk onderscheiden. Het denken wordt vermengd met fantasie en gekoppeld aan het onbehagen van de maatschappelijke teloorgang. Voor deze mensen ontstaat daardoor een werkelijkheid waarbinnen stinkend rijke multinationals, zakenlieden en beroepspolitici onder één hoedje spelen. Het wordt een complot dat de bestaanszekerheid van de gewone burger uitholt en uitbuit. Deze gevolgtrekking weerleg je niet zomaar. Bovendien kan ieder vrijdenkend mens tot de gegronde conclusie komen dat alle grondstoffen vrij zijn, en dat ieder mens ze mag toepassen. Vanuit dat perspectief is het helemaal niet vanzelfsprekend dat gasprijzen exploderen, maar ook is het niet vanzelfsprekend dat bijvoorbeeld de rente op spaargeld is afgeschaft. Elke zogenoemde, wetenschappelijk economische redenering kun je door vrij denken begrijpen als één van de vele manieren om een maatschappij in te richten. Zeker er zijn kosten, zoals delf- en administratie kosten, en daar dient voor betaald te worden. Maar ik kan me heel goed een maatschappij voorstellen waar de natuurlijke bronnen voor het algemeen belang worden aangewend. Een maatschappij ook die het wonder van het leven inziet, ingebed in de onuitsprekelijke samenhang van de wereld om ons heen. Een samenhang die wij steeds verder onderzoeken; een samenhang waarin ook een begrip van de liefde gevonden kan worden, omdat de aanwezigheid van deze samenhang allesomvattend en tegelijkertijd tot in detail uitgewerkt is. Deze wereld staat ons geheel belangeloos ter beschikking, wij komen erin tot leven. Bedenk hierbij ook, dat een land, niet beheerst door hebzucht, heel goed in staat is een maatschappij te formeren waar geld een middel is en geen doel. Zo'n maatschappij die oog heeft voor de liefde zal meer ruimte bieden dan eerst voor mogelijk werd gehouden. Een ander belangrijk doel van het leven is doen, werken, opbouwen, de mouwen opstropen. Want arbeid verrichten is een heilzame inspanning voor lichaam en geest.

Kortom, grenzen bestaan niet, ook de grens tussen complottheorie en wetenschap is onduidelijk. Door de rede – de rede is één aspect van het denken dat zich richt op de samenhang, de rede ordent en voegt de gevonden begrippen samen – kan het gevoel en de ratio (analyse, berekening) in balans gehouden worden; en als het goed is veranderen inzichten daardoor in de loop van tijd vanzelf. De Spraakmakers zouden zich bescheidener mogen opstellen; laat complotdenkers in hun waarde; en laat de journalistiek hun eigen belangrijkheid niet over het paard tillen. Het verkondigen van de waarheid met het predicaat wetenschappelijk werkt vooral averechts: het is zoals beschreven ook een soort bedrog en drijft twijfelende burgers in de armen van een nieuwe lichting beroepspolitici: de profiteurs van de onvrede, zoals Groep Van Haga, Forum voor Democratie en de Partij voor de Vrijheid. Sommigen sluiten zelfs geweld tegen de zittende, gekozen macht niet uit; deze figuren kijken al veel te lang naar hun spiegelbeeld, en lijden aan grootsheidswaanzin. De apotheose is wel dat de snaken van Schiphol achter een ieders rug om voor kapitalen aan stikstofrechten hebben opgekocht. Juist ook door zulk bedrog raak ik aan het twijfelen. De twijfelende burger rest niets anders meer, dan voor een nieuwe partij, zoals de Boer Burger Beweging, te kiezen, begrijpelijk. Zelf kies ik de laatste jaren toch weer voor de ChristenUnie omdat ik hun grondslag ken, en ik me daarmee verbonden weet. En wie weet, misschien wordt de complottheorie boven Schiphol spoedig doorgeprikt, en worden de stikstofrechten terug gegeven?

Geen opmerkingen:

Veel gelezen: